Tekst
<h2>1.1 Aanleiding</h2>
<p>De overheid digitaliseert en dat roept vragen op over hoe overheidsorganisaties hun processen, gegevens en systemen moeten inrichten. De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) ondersteunt de digitale overheid met afspraken, standaarden en voorzieningen. In de governancestructuur van het Meerjarenprogramma Infrastructuur Digitale Overheid (MIDO) werken overheidsorganisaties samen aan de doorontwikkeling van de digitale overheid en de GDI. Er is vanuit deze governance een <a href="https://pgdi.nl/files/view/82435cdb-9861-4a46-8152-288f666dc32f/gdi-meerjarenvisie.pdf">meerjarenvisie</a> en een <a href ="https://pgdi.nl/ado">Architectuur Digitale Overheid 2030</a> opgesteld die op hoofdlijnen beschrijft hoe de digitale overheid zich de komende jaren zou moeten doorontwikkelen. De Architectuur Digitale Overheid wordt nader uitgewerkt in vier domeinarchitecturen op het gebied van interactie, toegang, gegevensuitwisseling en infrastructuur.</p>
Domein toegang gaat over beveiligde toegang tot diensten, gegevens en functionaliteit. Deze gegevens en functionaliteit worden richting gebruikers ontsloten in de context van het domein interactie. Gegevensuitwisseling is het domein dat gaat over het uitwisselen van gegevens tussen de informatiesystemen van overheidsorganisaties en met andere organisaties. Domein infrastructuur ondersteunt de andere domeinen met infrastructurele voorzieningen, zowel software- als hardwarematig.</p>
<p>Het domein toegang omvat alles dat nodig is om mensen, organisaties, applicaties en apparaten op een veilige en rechtmatige manier toegang te geven. Dit vraagt om het nemen van maatregelen, die voor een belangrijk deel ook relevant zijn in het kader van informatiebeveiliging. Domein toegang is grotendeels synoniem met wat ook wel "identity & access management" wordt genoemd. Dit is iets dat zowel binnen organisaties als over organisatiegrenzen heen aandacht vraagt. In de context van de GDI gaat het over toegang tot digitale publieke diensten. Dit staat los van hoe organisaties hun eigen medewerkers toegang verlenen, alhoewel het ook gebruikt kan worden om medewerkers van overheidsorganisaties toegang te geven tot digitale publieke diensten van andere overheidsorganisaties.</p>
<p>De toegangsinfrastructuur is de verzameling van gemeenschappelijke afspraken, standaarden en voorzieningen die nodig zijn om toegang te faciliteren. Er zijn meerdere toegangsinfrastructuren, zoals het Afsprakenstelsel Elektronische Toegangsdiensten (behorende bij eHerkenning), het nieuwe stelsel toegang en het EDI-stelsel NL (dat tevens een infrastructuur voor gegevensuitwisseling is). Landelijke voorzieningen zoals DigiD en eHerkenning zijn belangrijke onderwerpen van gesprek, maar het toegangslandschap is tevens aan het veranderen. Zo zullen er in de toekomst ook private middelen worden toegelaten om toegang te verkrijgen tot overheidsdiensten. Daarnaast worden er in het kader van de herziene eIDAS verordening European Digital Identity Wallets geïntroduceerd die ook als identificatiemiddel kunnen worden ingezet. In meer algemene zin hebben ontwikkelingen zoals Self Sovereign Identity grote impact op hoe idealiter met toegang wordt omgegaan.</p>
<h2>Dit document</h2>
<p>Dit document beschrijft de domeinarchitectuur voor toegang, als onderdeel van de GDI. Het gaat vooral in op toegang tot publieke digitale diensten, alhoewel een deel van de principes en modellen ook gebruikt kunnen worden voor toegang binnen overheidsorganisaties. Het betreft de huidige en gewenste afspraken, standaarden en voorzieningen voor toegang in de GDI. Het document is opgesteld in een interbestuurlijke architectuurwerkgroep met vertegenwoordigers van verschillende overheidsorganisaties. Deze werkgroep is ondersteund door bureau MIDO van het ministerie van BZK. Het document beschrijft relevant beleid, wet- & regelgeving en ontwikkelingen, en vertaalt deze naar een visie en richting voor de inrichting van toegang tot digitale publieke diensten. </p>
<p>
Deze architectuur geeft richting aan ontwerpkeuzes die worden gemaakt bij het doorontwikkelen van de GDI of bij het aansluiten op de GDI. Het is input voor programmering en kan gebruikt worden om nieuwe programma’s en projecten te definiëren en initiëren. Het speelt een formele rol in de kaderstelling, toezicht en monitoring van programma’s en projecten die gefinancierd worden vanuit de MIDO governancestructuur. Het kan in de MIDO governancestructuur worden gebruikt om afwijkingen van de gewenste situatie te signaleren in programma’s en projecten. Het document is ook in meer algemene zin te gebruiken door overheidsorganisaties. Het bevat meer algemene kennis over wat er van overheidsorganisaties wordt verwacht met betrekking tot toegang. Daarnaast is het voor een belangrijk deel ook toe te passen als referentiekader voor de inrichting van toegang binnen individuele overheidsorganisties.
</p>
<p>
Het document is vooral gericht op enterprise-, informatie- en security-architecten bij overheidsorganisaties en op architecten die werken aan de vernieuwing van de toegangsinfrastructuur. Daarnaast kan het ook interessant zijn voor informatie-analisten, ontwerpers en product owners om te gebruiken als basis voor requirements en ontwerp. Het document is een doorontwikkeling van de eerdere domeinarchitecturen voor identificatie & authenticatie en machtigen & vertegenwoordigen maar kent een andere structuur en opzet. De voorgaande documenten komen met dit document te vervallen.</p>
<p>Er is voor gekozen om de architectuur in de modelleertaal ArchiMate uit te werken en de details ervan alleen <a href="https://github.com/minbzk/gdi-toegang">online</a> beschikbaar te stellen. Dit document is daarmee een samenvatting en verwijzing naar details die online te vinden zijn. Het bevat dan ook allerlei links die toegang geven tot meer informatie. De architectuur wordt online ook doorontwikkeld en beheerd in <a href="https://github.com/minbzk/gdi-toegang">GitHub</a>, waardoor de meest actuele versie daar te vinden is. Daar zijn ook bestanden te vinden die direct kunnen worden ingelezen in het Open Source modelleertool Archi.
</p>
<p>
We hebben ervoor gekozen om de terminologie in dit document af te stemmen op de begrippen van de NORA IAM werkgroep. We hebben ook actief meegewerkt aan de doorontwikkeling van laatstgenoemd begrippenkader, dat onderdeel zal gaan uitmaken van een nieuwe NORA begrippenlijst. Er is daarom ook geen begrippenlijst opgenomen in dit document. We adviseren om de NORA IAM begrippenlijst te raadplegen. De kernbegrippen zijn wel onderdeel van het bedrijfsobjectenmodel, die dus ook als een begrippenlijst gezien kan worden.
</p>
<h3>1.3 Documentstructuur</h3>
<p>
De architectuur is ingedeeld in vijf onderdelen:
</p>
<p>
<ul>
<li>De <b>kernbegrippen</b> zijn de kern van de taal zoals deze gehanteerd wordt in dit document en de bijbehorende tekst is een samenvatting van zaken die zijn beschreven in de bijlagen. </li>
<li>De <b>veranderfactoren</b> geven richting aan de architectuur, en bestaan uit beleid, wet- en regelgeving, ontwikkelingen en knelpunten.</li>
<li>De <b>gewenste situatie</b> beschrijft een architectuurvisie, architectuurprincipes, een streefbeeld en voorgestelde veranderinitiatieven. De architectuurprincipes zijn de overtuigingen die het hart van de architectuur vormen en die als richtinggevende uitspraken zijn opgeschreven.</p>
<li>De <b>verdieping</b> beschrijft een uitwerking van de architectuurvisie en architectuurprincipes op de voorgestelde rolverdeling en op het gebied van toegang tussen systemen. Het is vooral bedoeld als uitleg en geeft aanvullende inzichten en handreikingen. </li>
<li> In de <b>bijlagen</b> zijn meer algemene modellen en beschrijvingen opgenomen van de functies, objecten, voorzieningen, standaarden en begrippen die van toepassing zijn op toegang. Het beschrijft ook de relatie van de architectuurprincipes met de Architectuur Digitale Overheid en NORA en de betrokkenen bij de totstandkoming van dit document.
</ul>
<h2>1.4 Relatie met andere architecturen</h2>
<p>
Deze domeinarchitectuur is sterk gerelateerd aan de domeinarchitectuur gegevensuitwisseling. Dat komt enerzijds omdat het uitwisselen van gegevens in veel gevallen om toegang vraagt en anderzijds omdat er gegevens moeten worden uitgewisseld om te bepalen of toegang kan worden verstrekt. Er is bewust voor gekozen om geen grote delen uit de domeinarchitectuur gegevensuitwisseling in te kopiëren in deze architectuur, zodat er één duidelijke bron van informatie over gegevensuitwisseling is. De consequentie hiervan is dat lezers wordt gevraagd om de <a href="https://github.com/minbzk/gdi-gegevensuitwisseling">domeinarchitectuur gegevensuitwisseling</a> ook te lezen om een volledig beeld van toegang te krijgen. De belangrijkste relaties tussen de beide domeinarchitecturen zijn:
</p>
<p>
<ul>
<li>De functie “verlenen toegang” in domeinarchitectuur gegevensuitwisseling is te beschouwen als een samenvoeging van de functies “authenticeren”, “autoriseren” en “auditing en monitoring” in de domeinarchitectuur toegang.</li>
<li>Functies voor het maken van verifieerbare verklaringen en het gebruik van verifieerbare verklaringen voor het verstrekken van toegang zijn onderdeel van de domeinarchitectuur toegang. Functies voor het beschikbaar stellen en valideren van verifieerbare verklaringen zijn onderdeel van de domeinarchitectuur gegevensuitwisseling.</li>
<li>Regie op gegevens, Self Sovereign Identity en de EDI wallet zijn sterk aan elkaar gerelateerd. De domeinarchitectuur gegevensuitwisseling beschrijft de ontwikkeling en een principe m.b.t. regie op gegevens. De domeinarchitectuur toegang beschrijft de ontwikkeling en geeft toelichting op Self Sovereign Identity. De EDI wallet wordt in beide domeinarchitecturen beschreven.</li>
<li>Gegevensruimtes zijn te zien als een meer geavanceerde vorm van gegevensuitwisseling waarbij datasoevereiniteit en vertrouwen centraal staan. Dat vraagt vooral mechanismen voor toegang. Gegevensruimtes worden daarom in beide domeinarchitecturen beschreven en domeinarchitectuur toegang gaat dieper in op de toegangsaspecten, waarbij vooral Policy Based Access Control relevant is.</li>
</ul>
</p>
<p>Er is ook een relatie met de domeinarchitectuur interactie:
</p>
<p>
<ul>
<li>De domeinarchitectuur interactie stelt dat iedereen recht heeft op kwalitatief goede overheidsdiensten. In de domeinarchitectuur toegang wordt de impact hiervan op het kunnen verstrekken van toegang beschreven.</li>
<li>De domeinarchitectuur interactie stelt dat er een één-overheidsbeleving is met een eenvormige interactie. Een belangrijk aspect ervan is dat daarbij een gemeenschappelijke set van identificatiemiddelen wordt ondersteund, en dat de klantreis die wordt geboden voor inloggen uniform is.</li>
<li>De domeinarchitectuur interactie stelt dat interacties via meerdere kanalen mogelijk moet zijn. Dat betekent dat identiteiten via al deze kanalen bruikbaar moeten zijn.</li>
</ul>
</p>
<p>
Deze domeinarchitectuur is afgestemd op de <a href ="https://pgdi.nl/ado">Architectuur Digitale Overheid 2030</a> en de <a href="https://www.noraonline.nl">NORA</a>. Hierdoor is de domeinarchitectuur te beschouwen als een doorvertaling en concretisering van deze overkoepelende architecturen.</p>
<h3>1.5 Relatie met andere initiatieven</h3>
<p>Er zijn andere initiatieven die zijn gerelateerd aan toegang. De belangrijkste programma’s die er op het moment van schrijven van dit document lopen zijn het programma/stelsel toegang en het programma EDI-stelsel NL. Deze domeinarchitectuur geeft context en kaders aan de architecturen die zijn of worden opgesteld in deze programma’s. Het programma/stelsel toegang heeft een “doelarchitectuur ICT-voorzieningen en werking stelsel toegang” opgesteld die met name inzicht geeft in welke ICT-voorzieningen nodig zijn voor het ondersteunen van de <a href="https://wetten.overheid.nl/BWBR0048156/2023-07-01">Wet digitale overheid (Wdo)</a>. Er heeft een review plaatsgevonden op deze doelarchitectuur door de architectuurwerkgroep. Het programma EDI-stelsel NL geeft aandacht aan de implementatie van de herziene eIDAS verordening, richt hiervoor een stelsel in en geeft daarbij specifieke aandacht aan het gebruik van European Digital Identity Wallets. Er is afgestemd met dit programma om dat wat hierover duidelijk is in de architectuur een plek te geven. Er loopt ook een project Federatieve Toegangs Verlening (FTV) dat onderzoekt hoe toegang tot gegevens in de context van gegevensuitwisseling kan worden gestandaardiseerd. Daarbij wordt expliciet gekeken naar de inzet van Policy Based Access Control.</p>