Ga naar inhoud

Privacy en gegevensbescherming

privacy-en-gegevensbescherming

Overheidsinstanties verwerken vaak persoonsgegevens om hun taken uit te voeren en maatschappelijke waarden te creëren. Met de opkomst van algoritmes en kunstmatige intelligentie (AI) worden deze gegevens steeds vaker gebruikt om processen te optimaliseren, zoals bij het beoordelen van subsidieaanvragen of het verlenen van vergunningen.

Bij het gebruik van algoritmes en AI-systemen is van groot belang om aandacht te besteden aan privacy en gegevensbescherming. Deze technologieën variëren van eenvoudige rekenregels tot complexe machine learning-modellen en generatieve AI, elk met hun eigen specifieke risico’s. Bijvoorbeeld, eenvoudige AI kan basisberekeningen uitvoeren, terwijl complexere AI-voorspellingen kan doen of informatie kan genereren. Ongeacht de complexiteit is het identificeren van risico’s en het implementeren van passende beheersmaatregelen essentieel om de privacy van burgers te waarborgen en gevoelige gegevens te beschermen.

Bij de inzet van AI in de publieke sector moeten overheidsinstanties rekening houden met de vereisten uit privacywetgeving, zoals de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Dit omvat onder andere het minimaliseren van gegevensgebruik, implementeren van een privacy by design werkwijze waar mogelijk, en het transparant zijn over hoe en waarom (persoons)gegevens worden verwerkt. Het toewijzen van verantwoordelijkheden en het opstellen van duidelijke richtlijnen voor gegevensverwerking zijn belangrijke stappen in dit proces.

Het bouwblok privacy en gegevensbescherming van algoritmen en AI-systemen wordt ook geïntegreerd in de algoritmelevenscyclus. Dit biedt inzicht in wanneer specifieke vereisten en maatregelen tijdens de ontwikkeling van algoritmen en AI-systemen moeten worden toegepast. Door deze vereisten in de levenscyclus te integreren, kunnen de gebruikers inzichten opdoen wanneer deze maatregelen kunnen worden geïmplementeerd.

Vereisten

VereisteUitleg
De archiefwet is ook van toepassing op algoritmes en AI-systemenVolgens de Archiefwet moeten overheden informatie bewaren. Op basis van deze informatie moet gereconstrueerd kunnen worden hoe besluiten, ook in de context van algoritmes en AI, tot stand zijn gekomen. Informatie over algoritmes en AI moet daarom bewaard en vernietigd worden.
Proportionaliteit en subsidiariteitProportionaliteit vereist dat de impact van gegevensverwerking op de persoonlijke levenssfeer voor de toepassing van een algoritme of AI-systeem en voor het genereren van de benodigde output in balans is met het beoogde doel. Subsidiariteit vereist dat persoonsgegevens alleen moeten worden verwerkt als dit de minst inbreukmakende manier is om het doel te bereiken. Deze principes waarborgen dat de privacy van individuen wordt gerespecteerd en dat gegevensverwerking niet verder gaat dan redelijk is voor legitieme doeleinden. Het is van belang om deze principes te hanteren om te bepalen of en in welke vorm een algoritme of AI-systeem moet toegepast en om tot een passende mate van gegevensverwerking te komen om het doel te bereiken.
Beperkte bewaartermijn van persoonsgegevensPersoonsgegevens moeten worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt om de betrokkenen niet langer te identificeren dan nodig is voor de realisering van de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens initieel worden verwerkt.
Verantwoordelijkheden worden toegewezen en beschrevenBij het verwerken van persoonsgegevens voor algoritmes en AI-systemen moeten de verantwoordelijkheden duidelijk beschreven en toegewezen zijn. De verwerkingsverantwoordelijke is degene die ervoor zorgt dat deze verantwoordelijkheden worden nageleefd en kan dit aantonen, wat bekend staat als de verantwoordingsplicht. Deze maatregelen zijn essentieel om de naleving van regelgeving met betrekking tot gegevensbescherming te waarborgen en het vertrouwen van gebruikers in de verwerking van hun gegevens te vergroten.
Beveiliging van de verwerkingVoor de ontwikkeling en gebruik van algoritmes en AI is dat data nodig. Deze data kan persoonsgegevens bevatten die moeten worden beschermd. De organisatie zal technische en organisatorische maatregelen moeten treffen om de data en de algoritmische toepassing of AI-systeem voldoende te beschermen. Hierbij kan worden gedacht aan dataminimalisatie, het pseudonimiseren of aggregeren van persoonsgegevens. Per toepassing moet worden onderzocht welke maatregelen hiervoor geschikt zijn.
Een DPIA is verplicht bij hoog risicoEen Data Protection Impact Assessment (DPIA) is verplicht, indien een verwerking van persoonsgegevens waarschijnlijk een hoog risico inhoudt voor de rechten en vrijheden van natuurlijke personen. Deze beoordeling identificeert en beperkt potentiële risico's en zorgt ervoor dat passende maatregelen worden genomen om de privacy van individuen te beschermen. Deze verplichting draagt bij aan een zorgvuldige en verantwoorde omgang met persoonsgegevens in AI-systemen en algoritmes, waardoor de privacy van individuen wordt gewaarborgd.
PrivacyrechtenBetrokkenen kunnen een beroep doen op hun privacyrechten.
Juistheid en actualiteit van gegevensDe te verwerken persoonsgegevens zijn juist, nauwkeurig en worden zo nodig geactualiseerd of gewist.
Persoonsgegevens verzamelen voor specifieke doeleindenDe verwerking van persoonsgegevens moet minimaal worden gehouden, dat wil zeggen dat die verwerking toereikend moet zijn, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.
Monitoring na het in handel brengenAanbieders moeten een systeem voor monitoring na het in de handel brengen vaststellen en documenteren op een manier die evenredig is aan de aard van de AI-technologieën en de risico’s van het AI-systeem met een hoog risico.
Verwerking van persoonsgegevens moet rechtmatig plaatsvindenDe verwerking van persoonsgegevens moet rechtmatig plaatsvinden. De verwerking (inclusief het verzamelen) moet worden gebaseerd op een van de wettelijke grondslagen die zijn genoemd in de AVG.
Privacy door ontwerpPas privacy en gegevensbescherming toe door goed ontwerp en door standaardinstellingen
Recht op niet geautomatiseerde besluitvormingMensen hebben het recht om niet onderworpen te worden aan beslissingen die uitsluitend gebaseerd zijn op geautomatiseerde verwerking, zoals profilering, als dit aanzienlijke gevolgen voor hen heeft of hen op een andere manier aanzienlijk beïnvloedt. Dit recht biedt bescherming tegen mogelijke negatieve effecten van volledig geautomatiseerde besluitvormingssystemen, en waarborgt dat individuen kunnen rekenen op menselijke tussenkomst en beoordeling bij belangrijke beslissingen die hen kunnen treffen. Uitgangspunt is dat voor elk individueel geval een zorgvuldige beoordeling van de kenmerken en omstandigheden plaatsvindt voordat een besluit wordt genomen.
Transparantie bij verwerking persoonsgegevensDe verwerking van persoonsgegevens moet transparant zijn.
Verantwoordingsplicht voor de rechtmatigheid van de verwerkingBij het verwerken van persoonsgegevens voor algoritmes en AI-systemen moeten de verantwoordelijken kunnen aantonen dat de verwerking rechtmatig is.
Verdere verwerking van persoonsgegevens in AI-testomgevingenRechtmatig voor andere doeleinden verzamelde persoonsgegevens mogen uitsluitend in de AI-testomgeving voor regelgeving worden verwerkt ten behoeve van het ontwikkelen, trainen en testen van bepaalde AI-systemen en indien aan alle voorwaarden van art. 57 is voldaan.
Wettelijke uitzondering nodig voor verwerken bijzondere categorieën persoonsgegevensBijzondere categorieën van persoonsgegevens mogen alleen worden verwerkt op basis van een wettelijke uitzondering.

Maatregelen